top of page
Zoeken

Belgisch consumptiefederalisme

Foto van schrijver: Ivan Van de ClootIvan Van de Cloot

 Economisch zijn er veel argumenten voor minder centralisatie en voor meer autonomie voor overheden die dicht bij de burger staan. Dit inzicht is lang gedeeld door politici van allerlei gezindten.


Verantwoordelijkheid:


Daarbij is verantwoordelijkheid voor de eigen financiën wel essentieel. Helaas zijn wij daarbij verder gegaan: de regio’s hebben wel uitgavenbevoegdheden gekregen, maar weinig fiscale instrumenten. België is een schoolvoorbeeld van consumptiefederalisme: de federale overheid betaalt, de gemeenschappen en gewesten geven uit. Want – zie onderstaande grafiek – er is een grote kloof tussen de eigen middelen van de deelentiteiten en hun uitgaven.


Grafiek: decentralisatie van uitgaven en ontvangsten (% totaal, bron: Stichting Merito, INR)



De staatshervormingen hebben behoorlijk wat uitgaven gedecentraliseerd, maar dat geldt veel minder voor de inkomsten. Via dotaties worden middelen overgedragen van het federale naar het regionale en lokale niveau. De verantwoording over het gevoerde beleid wordt niet geholpen als wie beslist over uitgaven en wie beslist over inkomsten niet dezelfde mensen zijn.


Ons consumptiefederalisme kan de staatsfinanciën ontwrichten. Bovendien kan het ervoor zorgen dat gewestelijke overheden uiteindelijk over minder middelen beschikken als zij erin slagen hun economische activiteit en hun belastingcapaciteit op te krikken. In ons land dragen deeloverheden uitgerekend door dat consumptiefederalisme niet zelf de fiscale gevolgen van een onverantwoord beleid. Ze kunnen er immers op rekenen dat de federale overheid hen te hulp zal snellen in geval van financiële moeilijkheden.


Efficiëntie


Belastingen dienen in belangrijke mate voor de financiering van publieke goederen. We denken dan klassiek aan landsverdediging, justitie en openbare netheid. Sommige publieke goederen leveren baten op voor het hele land (bv. landsverdediging). Andere (openbare netheid) zijn locatie gebonden. In dat laatste geval is het verstandig de lokale overheden toe te laten zelf voor de financiering in te staan. Om meerdere redenen.


Een eerste reden is dat lokale overheden beter kunnen inschatten wat de plaatselijke noden zijn. Economische analyses tonen aan dat dit informatievoordeel van groot belang is. Lokale overheden kunnen ook meer en beter verantwoording afleggen aan burgers over dergelijke lokale diensten. Of in elk geval beter dan in een gecentraliseerde administratie.


Het is ook logisch dat er verschillen kunnen bestaan in de hoogte van de uitgaven die verschillende overheden zullen doen inzake lokale publieke goederen. In de ene gemeente hechten burgers meer belang aan sportinfrastructuur dan in een andere.

Op allerlei wijzen zou de verscheidenheid tussen overheden ook moeten leiden tot meer kosteneffectieve dienstverlening van decentrale diensten.


Voorwaarden


Helaas blijkt dat laatste in de praktijk niet altijd zo te lopen. De kosten van de Brusselse instellingen bijvoorbeeld tonen dat aan. Ook uit internationaal onderzoek blijkt dat de voordelen van die decentralisering niet altijd gerealiseerd worden, en al zeker niet als de mechanismen om het bestuur ter verantwoording te roepen slecht functioneren.


Uiteraard zijn er in de wereld meer plekken waar verschillende overheden belastinginkomsten delen. Maar als daar keer op keer ook consumptiefederalisme aan te pas komt, is finaal de belastingbetaler gezien. Een regio als Wallonië bijvoorbeeld kan dan meer schulden opbouwen in de Belgische constructie dan wanneer de regio op eigen benen zou staan. Kredietbeoordelaars – denk aan Fitch of  Standard & Poor’s - houden rekening met de mogelijkheid dat de federale overheid zal bijspringen. Bijvoorbeeld bij onhoudbare schuldopbouw.  


De overheidsschuld van de deelstaten gaat inderdaad de niet-duurzame weg op. Zonder ingrepen loopt de schuld van het Waals Gewest tegen 2027 op tot 318.8% van de inkomsten. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dat 200%. Voor Vlaanderen is dat 69%.


Meer eigen verantwoordelijkheid voor de uitgaven van de deelstaten dringt zich echt wel op. Ook voor Vlaanderen. En al zeker in de andere gewesten en gemeenschappen is de nood aan meer fiscale responsabilisering een must. De afbouw van het consumptiefederalisme is een absolute must.

 

 

0 opmerkingen

Comments


bottom of page