De beleidsaanbevelingen uit het verslag van Stichting Merito over leeflonen richten zich op het verbeteren van het sociaal beleid op gemeentelijk niveau. Deze subsidiariteit biedt inderdaad voordelen, maar ook risico’s.Hieronder een samenvatting van de belangrijkste aanbevelingen, aangevuld met bedenkingen en concrete voorbeelden van reeds bestaande initiatieven.
Aanbeveling 1. Autonomie voor Gemeenten
Aanbeveling: Gemeenten zouden meer autonomie moeten krijgen in het bepalen van het equivalent leefloon. Dit kan effectiever beleid mogelijk maken dat aansluit bij lokale behoeften.
Het evenwicht is essentieel om zowel rechtvaardigheid als flexibiliteit in sociale ondersteuning te waarborgen. Het is vanzelfsprekend dat lokale overheden aanvullende noden kunnen invullen, bijvoorbeeld in reactie op demografische veranderingen of economische verschuivingen, zoals de transitie van een landbouw- naar een diensteneconomie, zoals in het verslag wordt benadrukt.
Voorbeelden:
Wetteren: Wetteren verstrekt een aanvullende premie aan inwoners die in aanmerking komen voor de Vlaamse aanpassingspremie. Deze gemeentelijke premie bedraagt 20% van de Vlaamse subsidie, met een minimum van €250 en een maximum van €1.250.
Zwijndrecht: Inwoners die de Vlaamse aanpassingspremie ontvangen, krijgen een aanvullende premie van 10% bovenop de Vlaamse subsidie.
3.   Gent: Gent biedt diverse woonpremies aan, waaronder energiepremies, om de woonkwaliteit te verbeteren. De stad publiceert regelmatig updates over beschikbare steun.
Aanbeveling 2. Integratie van Sociale Fondsen
Aanbeveling: Overweging om diverse fondsen op federaal niveau (zoals kinderarmoedefonds en energiefonds) te bundelen voor een meer gecoördineerde aanpak.
De aanbeveling benadrukt het belang van samenwerking tussen nationale en lokale niveaus, waarbij de nationale overheid een basisbescherming biedt en lokale besturen aanvullende middelen inzetten om unieke lokale uitdagingen aan te pakken. Dit evenwicht is ook hier essentieel om zowel rechtvaardigheid als flexibiliteit in sociale ondersteuning te waarborgen.
Voorbeelden:
Mechelen: Combineert fondsen voor energiearmoede en kinderarmoede om kwetsbare gezinnen beter te ondersteunen.
Brugge: Integreert subsidies en steunmaatregelen via een centraal beheerd lokaal platform.
Aanbeveling 3. Activeringsbeleid
Aanbeveling: Het combineren van bijstandsbeleid (leeflonen) met activeringsbeleid wordt als essentieel gezien. Gemeenten moeten meer inspanningen doen om mensen die een leefloon nodig hebben te begeleiden richting werk, om hun potentieel te benutten.
Bijna 56.000 personen ontvangen leefloon of equivalent leefloon[1], samen met bijna 200.000 werklozen[2]  dingen zij naar, de pakweg 62.000, openstaande vacatures[3]. Als iedereen zo’n open vacature invult blijft ¾ nog wel zonder werk. Werk gaat duidelijk over veel meer dan inkomen of begrotingsspreadsheets. Vanuit een empowerment perspectief lijkt het belangrijk om zinvolle werkgelegenheid te creëren. Dat verandert niets aan de cijfers, maar des te meer in deze arbeidsarme gezinnen.
Voorbeelden:
Vilvoorde: Organiseert maatwerktrajecten voor mensen die een leefloon nodig hebben, in samenwerking met VDAB, om de kans op werk te vergroten.
Leuven: Het project "Werken Werkt" biedt intensieve begeleiding aan mensen die een leefloon nodig hebben richting werk.
Aanbeveling 4. Stimuli voor Werkzaamheid
Aanbeveling: Het leefloon zou niet te dicht bij het minimumloon moeten liggen om te voorkomen dat de prikkel om te werken wordt ondermijnd.
Het leefloon, het woord zegt het, gaat over een absoluut minimum inkomen dat een gezin nodig heeft om te overleven en de maatschappij wil betalen omdat o.a. de gevolgschade anders nog groter wordt. We horen inderdaad vaak dat minimumlonen verhoogt moeten worden, en dit vanuit verschillende perspectieven. Beleidsmatig wordt er al een paar legislaturen in de marge gemorreld zonder veel effect. Een deel van de oplossing ligt in het concept besteedbaar inkomen. D.w.z. het inkomen nadat de huur of lening betaald is. Het tekort aan sociale woningen in de centrum steden is schrijnend, maar door een chronologische prioriteit te geven aan actief werkzoekenden, wordt een betaalbare woonquote een sterke incentive.
Voorbeeld:
Kortrijk: Biedt mensen die een leefloon nodig hebben een premie als ze langdurig werk vinden, als incentive voor arbeidsmarktparticipatie.
Aanbeveling 5. Sociale Inclusie
Aanbeveling: Specifieke aandacht voor groepen met een herkomst buiten de EU, gericht op integratie en participatie.
Voorbeelden:
Antwerpen: Organiseert taal- en integratiecursussen om nieuwkomers sneller te laten deelnemen aan de arbeidsmarkt.
Genk: Bevordert sociale cohesie via buurtprojecten en toegankelijkheid van gemeentelijke diensten.
Aanbeveling 6. Beheersing van Kosten
Aanbeveling: Gemeenten moeten de kosten van leeflonen beheersen, zeker gezien de disproportionele impact van economische crises op specifieke bevolkingsgroepen.
Het leefloon en zeker het equivalent leefloon voor asielzoekers en migranten zijn een direct gevolg van beleid door hogere overheden. Het is logisch dat zij deze kosten dragen en ook de gemeentelijke bijdrage is te verantwoorden. Die bijdrage kost overigens veel minder dan een oppervlakkige cijferanalyse doet vermoeden. Er bestaat zoiets als de marginale omloopsnelheid van inkomen in een lokale economie. De €400 extra besteedbaar inkomen van het gezin dat in een sociale woning woont, genereert een totale economische impact van ongeveer €800 in de lokale economie, afhankelijk van hoeveel geld lokaal blijft. Dit laat zien hoe sociale maatregelen zoals goedkopere woningen niet alleen gezinnen helpen, maar ook een bredere positieve impact op de lokale economie kunnen hebben.
Aanbeveling 7. Data en Analyse
Aanbeveling: Het gebruik van lokale data wordt aanbevolen om beleidskeuzes beter af te stemmen op de specifieke kenmerken van gemeenten.
Voorbeelden:
Roeselare: Gebruikt buurtdata om armoede-hotspots te identificeren en gericht te ondersteunen. Brugge: Publiceert een jaarlijkse armoedemonitor voor beleidsbijsturing.
Aanbeveling 8. Efficiëntie in Uitvoering
Aanbeveling: Het OCMW kan op basis van criteria zoals gezinssamenstelling of woonkosten een menswaardig inkomen berekenen en leeflonen aanpassen.
Voorbeelden:
Dendermonde: Verwerkt extra tegemoetkomingen afhankelijk van huurlasten en gezinssituatie.
Lommel: Lanceerde een "leefloon op maat"-project, afgestemd op specifieke noden van inwoners.
De Merito aanbevelingen verdienen m.i. meer aandacht en verdere gedetailleerde uitwerking.
Brain teaser:
Japan kampt met bevolkingskrimp, vooral op het platteland, wat leidt tot veel leegstaande woningen.
Om dit aan te pakken biedt Japan gratis of goedkope huizen aan, meestal met voorwaarden zoals permanente bewoning en onderhoud. Ook buitenlanders komen in aanmerking.
Vaak beginnen de programma’s met lage huur, waardoor bewoners eerst de gemeenschap kunnen leren kennen voordat ze eigenaar worden.
Comentários