Niet alle economen getuigen van evenveel mensenkennis. Zo schreef de bekende John Maynard Keynes dat tegen het einde van de twintigste eeuw mensen niet meer gedreven zouden worden door consumptie van materiële goederen. Ze zouden volgens hem vooral hun esthetische voorkeuren ontwikkelen en zich toeleggen op zaken als het bijwonen van cultuurproducties zoals ballet en opera. Niet toevallig zijn eigen favoriete tijdsbestedingen, naast tot de middag in bed liggen met een glas champagne. Keynes zag een toekomst waarbij de absolute noden van de bevolking bevredigd waren en tijd en middelen beschikbaar kwamen voor hogere behoeften zoals kunst en cultuur. Een soort einde van de economische geschiedenis.
Dan gaf de Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter meer blijk van mensenkennis. Hij beschouwde de behoeften van de mens als maakbaar en veranderend en dus was er altijd ruimte voor ondernemers om nieuwe activiteiten te ontwikkelen. Schumpeter stelde dat het altijd gevaarlijk is om te speculeren over de motieven van mensen, omdat economen zo vooraal hun eigen voorkeuren blootleggen. Dat lijkt inderdaad perfect op te gaan voor zijn intellectuele rivaal Keynes. Schumpeter gelooft dat de motivatie van ondernemers niet enkel hedonistisch was maar eerder een uitdrukking van de wens om te excelleren, waarbij vermogen en inkomen een manier vormden om de score bij te houden.
Creatieve destructie
Schumpeter erkende dat Keynes mogelijk een technische oplossing had bedacht voor een tijdelijk probleem van te weinig vraag. Maar hij was er voor beducht dat Keynes met zijn relancepolitiek een gevaarlijk wapen ter beschikking stelde van politici. Want die hebben het er altijd moeilijk mee om in goede tijden overschotten te boeken ter compensatie van de tekorten in crisistijden.
Schumpeter had aandacht voor disruptie in de economie met zijn concept van ‘creatieve destructie’. Hij vergeleek de economie met een bos, waar op gezette tijden een flinke storm doorheen raast. Oude, zwakke bomen waaien om, en maken plaats voor nieuwe, jonge bomen. Dat procss wordt aangedreven door crisissen, maar ook door wetenschappelijke ontdekkingen, technologische doorbraken en vooral innoverende concurrenten. Mobiele telefoons hebben de markt voor camera’s volledig op zijn kop gezet. En ja, dan gaan er op de ene plaats arbeidsplaatsen verloren maar elders komen erbij. Hoe groter de technologische disruptie, hoe meer creatieve destructie. Denk maar aan de introductie van de auto en de elektriciteit en wat die deden met traditionele beroepen.
Voor Schumpeter was het economisch systeem altijd in verandering. We kunnen het niet over hem hebben zonder het te hebben over zijn voorspelling dat het kapitalisme ten onder zou gaan aan zijn eigen succes. Mensen zouden zich tegen de vrije markt keren, en voor meer staatsinmenging kiezen, stelde hij. Een quote van hem: ‘Het kapitalisme zal terecht staan voor rechters die al een doodvonnis in hun zakken zitten hebben.’ Het kapitalisme zou kapot gebureaucratiseerd worden. Het is ook de centrale stelling in mijn laatste boek 'Overheid+Markt, het beste van beide werelden'. De overheid begint de bedrijfswereld, de civiele maatschappij en de eigen verantwoordelijkheid van de burgers te verpletteren.
Verplettering
We zien een overdosis wetten, regeltjes, taksen en belastingen zodat ondernemers steeds moeilijker een innoverende rol van waardecreatie kunnen spelen. We zijn het noorden kwijt over de rolverdeling van de grote actoren in onze samenleving. De overheid moet rechtszekerheid creëren, een vertrouwenwekkend kader waarin, zoals de overheid, ook ondernemingen, middenveldactoren en burgers hun activiteit legaal en vrij kunnen ondernemen. De ene actor kan niet functioneren zonder de andere, elk met een eigen rol en verantwoordelijkheid.
Schumpeter maakte zich finaal veel minder zorgen over een crisis dan over het hellend vlak waarin de sfeer van het overheidsingrijpen sluipend de hele maatschappij besmet. Hij zei dat zo de bevolking en vooral de elite vervreemdt van het ondernemerschap als vitale bron voor welvaartscreatie. Door voor alles in regelgeving en subsidies te voorzien worden andere sferen van de maatschappij in de overheidscontext getrokken. We kunnen dat alleen stoppen door een betere democratische cultuur die excellentie afdwingt voor de kerntaken van de overheid en diens kolonisatie van de maatschappij binnen de perken houdt. Voor elk probleem naar de overheid kijken en dan nog eens in de val trappen dat steeds meer geld de oplossing is, doet ons compleet vastlopen.
Niet alleen dreigt dat de andere actoren in de maatschappij - de ondernemingen, de civiele maatschappij en de zelfredzaamheid van burgers - te verpletteren, de overheid zal zich ook compleet vertillen. Rekenschap is het sleutelwoord. Rekenschap bij de overheid als die faalt in haar kerntaken en tegelijk haar rol te breed invult. Bij de bedrijven, die te gemakkelijk om steunmaatregelen vragen en zich subsidies laten welgevallen. Bij de civiele maatschappij en de burger, die bij het minste probleem naar de overheid kijken om het initiatief te nemen.
Schumpeter redeneerde bijna steeds op de lange termijn terwijl Keynes berucht is voor zijn boutade dat we op de lange termijn allemaal dood zijn. Er valt wel wat voor te zeggen dat we dringend wat minder Keynes en wat meer Schumpeter kunen gebruiken.
Comments